Leven als een hond (Собачья жизнь: «жизнь в качестве собаки»)

Er komt een man bij de dokter (приходит один мужчина к врачу) die zegt (который говорит): „Dokter, ik voel mij net een hond (доктор, я чувствую, будто я собака; zich voelen – чувствовать себя; net – точно, как раз), ik plas als een hond (я хожу в туалет по-собачьи; plassen – плескать; мочиться /разг./), ik doe het op zijn hondjes (я занимаюсь сексом по-собачьи; hondje – собачка) en ik vreet uit een bak (и я жру из чана/бака = из миски; vreten – есть /о животных/; жрать /о людях/)”.

„Tsja, – zegt de dokter (м-да, говорит доктор), – ga maar eens op de bank liggen (пойди-ка приляг на кушетку)”.

„Het spijt mij, – zegt de man, – dat mag ik niet (сожалею, говорит мужчина, это мне нельзя = не разрешается).”

Er komt een man bij de dokter die zegt: „Dokter, ik voel mij net een hond, ik plas als een hond, ik doe het op zijn hondjes en ik vreet uit een bak.”

„Tsja, – zegt de dokter, – ga maar eens op de bank liggen.”

„Het spijt mij, – zegt de man, – dat mag ik niet.”

Загрузка...